Vissen is een ontspannende bezigheid. archieffoto BN DeStem
Remon Hopstaken uit Roosendaal met een steur, die hij heeft gevangen in Veldhoven.
Het is vandaag de dag zo maar mogelijk om als sportvisser een koikarper te vangen. Zelfs schildpadden en steuren hangen af en toe aan de haak.
De drang van een visser is ‘vangen’. Het liefst steeds groter en als het even kan ook iets uitzonderlijks. Vandaar dat het aantal kunstmatige visvijvers in Nederland nauwelijks meer te tellen is. Maar dat niet alleen. Vijverbezitters die hun kroost beu zijn, dumpen de hele handel in de dichtstbijzijnde plas of beek en dat biedt nieuwe perspectieven voor de recreatieve hengelaar.
Volgens Ed Stoop van Sportvisserij Nederland is het een landelijk fenomeen en een normaal verschijnsel van de laatste jaren dat in Nederlandse binnenwateren steeds meer aquariumvissen en waterschildpadjes zwemmen. ,,Ooit zijn hier zelfs in de Haagse stadswateren twee piranha’s van zo’n dertig centimeter per stuk gevangen.
Het blijkt dat mensen het op een gegeven moment toch beu worden om de vijvervissen alleen maar eten te moeten geven en ze af en toe eens over hun kop mogen aaien. Je kunt er ook niks anders mee. Dan beleef je er niet lang lol aan en worden ze uiteindelijk in de vaart gekieperd. Het is tenslotte niet zo zielig als een hond aan een boom binden. Die vissen vinden hun weg doorgaans wel.”
Dat blijkt. In binnenwatertjes hebben we al meer dan eens koi-, goud- en zilverkarpers zien zwemmen en ook gevangen. Waterschildpadden kom je in vrijwel alle watertjes tegen. Bij aanschaf worden ze veelal als het absolute einde gezien. Het zijn impulsaankopen die na verloop van (korte) tijd veel te groot worden en vervolgens door de wc worden gespoeld of naar het dichtstbijzijnde water gebracht.
Daar overleven ze meestal wel. Volgens betrouwbare bronnen zwemt er in een van de Roosendaalse stadsvijvers zelfs een grote steur, die ook weleens in het aas heeft gehapt.
Niet gek dat vissers de Oosterschelde en Noordzee laten voor wat het ooit geweest is en hun heil gaan zoeken in binnenwatertjes. Daar valt nog iets te beleven. En als dat dan nog niet lukt, zijn er altijd nog tientallen kunstmatige visvijvers met een variëteit aan vissoorten.
Veelal zwemmen in die, uit de kluiten gewassen Tuinvijvers, volop karpers. Maar ook regenboog- en zalmforellen en op verzoek meervallen en steuren. Theo Lucius, onder andere oud-Feyenoordvoetballer, zet zich in voor zieke en gehandicapte kinderen en beheert daarvoor onder meer een visvijver bij stichting de Vossekuil in Son en Breugel.
Daar kan tegen betaling op karper worden gevist en een deel van de opbrengst gaat vervolgens naar de stichting. Sinds kort zijn er ook steuren uitgezet, want op een gegeven moment hebben de hengelaars alle karpers wel een keertje aan de haak gehad. Beheerder Bert van Bilsen ving er aan de vaste stok een diamantsteur van liefst 36 pond.
Lucius vist er overigens zelf ook regelmatig. Maar in die visplassen moet met het aanbod gevarieerd worden. Het is zelfs zo gek dat de beheerder van een forellenvijver in Achtmaal ooit de plannen opperde om een overdekte visvijver aan te leggen. Dan kan er onder alle weersomstandigheden gehengeld worden op vissen die de recreatieve sportvisser voor het uitzoeken heeft, met een hapje en drankje binnen handbereik.
Dat soort visserij begint Amerikaanse elitaire vormen aan te nemen, zou je denken, alleen betaalbaar voor de rijken onder ons. De doorgewinterde visser vindt het allemaal maar niks, maar als er elders niets wordt gevangen is de keuze beperkt. “Je wilt een keertje actie en dan is dit soort putten een aardig alternatief”, vertelt Stoop, die zelf ook liever actief in een natuurlijk watertje vist.
Ofschoon hij de sportvissers wel begrijpt die er naar toe gaan. Hij vindt de koi natuurlijk een schitterende vis, haast te mooi om te vangen. “Maar het is een karper, eigenlijk niets meer dan een schub- of spiegelkarper, alleen met een totaal ander uiterlijk. Volgens mij passen die vissen zich helemaal aan hun natuurlijke omgeving aan en als de paaitijd daar is, wordt er uiteraard meegedaan en krijgen we straks weer totaal andere vissen te zien.”
Een koi vangen is geen enkel probleem. Rini Groothuis uit Hilvarenbeek, een groot man in de karperwereld en auteur van vele visboeken, heeft zelf in zijn achterTuin een vijver met kois en daar knuffelt en kroelt hij al jaren mee, weet Stoop. Het zijn huisdieren voor hem, maar evengoed vist hij in de natuur op karper. Het is maar hoe je er mee omgaat. Een karper is een knuffelbare vis, een goedzak die buitengewoon sterk is en daarom veel hengelaars aanspreekt. Er waren al veel vangbare soorten en de koikarper is daar bij gekomen.
-
Doorsturen
-
Afdrukken
Reageren
Article source: http://www.bndestem.nl/regio/roosendaal/9360578/Wat-hebben-we-nou-weer-aan-de-lijn.ece